Vloer van de toekomst

Op de Bouwbeurs toonde VBI haar concept van de ‘vloer van de toekomst’. Een prefab, lichte en direct vlakke vloer met geïntegreerde leidingen en installaties die eenvoudig en droog gemonteerd kan worden.  Als onderzijde zou zowel beton als lichtgewicht (akoestisch) plaatmateriaal een optie kunnen zijn.

Deze ontwikkeling is het resultaat van gesprekken van VBI met het innovatiepanel, bestaande uit experts en afnemers uit de bouwkolom. Dit organiseert VBI onder meer in de vorm van rondetafelgesprekken en expertmeetings. Technisch adviseur Erik Dorland van VBI tekent aan dat de vloer meer moet zijn dan de keuze voor een product. Het uitgangspunt is dat deze op industriële wijze wordt vervaardigd, maar ook op industriële wijze wordt verwerkt in het bouwproces en daarmee een logisch onderdeel is van de woningcasco’s van morgen.

“VBI is een industriële partij. Je moet zo’n ontwikkeling zien binnen de  toename van prefabricage in de bouw. In Nederland gaat dat hard, maar we zijn nog niet zover als Denemarken waar prefab veruit toonaangevend is in de markt. Bijna 98% wordt daar geprefabriceerd. Daarentegen, in een land als Duitsland omvat prefab bouwen thans nog geen 5% van de markt. Toch is ook daar een sterke groei waarneembaar.”

Naast de vloer van de toekomst toonde VBI ook de prefab balkonoplossing, die zij samen met Schöck hebben ontwikkeld. Uitgangspunt daarbij is dat vrij uitkragende balkons en galerijen hierdoor eenvoudig na de realisatie van het complete prefab casco in een aaneengesloten fase kunnen worden gemonteerd. Hierdoor behoren onderstempeling en steigerwerk tot het verleden. Een andere innovatie betrof een kant-en-klare trapgatoplossing bestaande uit een gepoedercoat, stalen frame dat aan één stuk wordt geleverd en geplaatst. Deze werkwijze maakt ook dat handelingen achteraf door een timmerman en schilder overbodig worden en biedt tevens direct bekisting voor de dekvloer. Dit verhoogt de productiviteit en verkort de doorlooptijd van de woning.