Bel ons voor info 0294 - 74 50 70

Nieuws item

Kwart miljoen ouderenwoningen nodig, liefst in eigen buurt

 

De potentiële vraag naar ouderenwoningen bedraagt een kwart miljoen. En in 1,2 miljoen huizen zijn mogelijk aanpassingen nodig voor ouderen die in hun huidige woning willen blijven wonen.

Een onderzoek van Rabobank (Carola de Groot) laat zien dat het tekort aan geschikte woningen in de gewenste, vaak huidige buurt of gemeente een belangrijke reden is waarom ouderen die op zich wel willen verhuizen naar andere woningen, toch nog niet zijn verhuisd. Veel ouderen zijn bovendien honkvast; ook degenen in ‘ongeschikte’ huizen: in 2018 wilde slechts een kwart van hen verhuizen. Om problematische woonsituaties te voorkomen, is het nodig om preventieve aanpassingen in woningen te stimuleren én een impuls te geven aan de bouw van ouderenwoningen op de juiste plekken. Rabobank heeft becijferd dat er een kwart miljoen woningen nodig zijn. Hiermee zijn niet alleen ouderen geholpen maar ook jongere huishoudens omdat het de doorstroom op gang helpt

In 2019 telde Nederland 2,2 miljoen 65-plus-huishoudens; daarmee is 28 procent van alle huishoudens een ‘ouderenhuishouden’. Volgens statistiekbureau CBS komen er in de komende twintig jaar maar liefst 1 miljoen ouderenhuishoudens bij. Vooral het aantal 85-plus-huishoudens neemt sterk toe. Het gros van de ouderen woont tot op zeer hoge leeftijd zelfstandig: in 2019 gold dit voor 92 procent van alle 75-plussers. Zo’n vijfentwintig jaar geleden gold dit nog voor zo’n 83 procent van hen. Dat ouderen steeds vaker zelfstandig wonen is deels het resultaat van overheidsbeleid (waarbij de toegang tot verzorgings- en verpleeghuizen is aangescherpt) en de voorkeuren van ouderen zelf.

Op dit moment is er een groot tekort aan voor ouderen geschikte huizen. En dat betekent ook dat ouderenhuishoudens die wél willen verhuizen, mogelijk geen geschikt huis kunnen vinden in de gewenste buurt of gemeente. Dit vergroot de kans op problematische woonsituaties. Het is dan ook essentieel dat er voor deze groep ouderen meer huizen worden gebouwd, waaronder woonvormen die het gat tussen ‘thuis’ en het ‘verpleeghuis’ opvullen. Deze huizen moeten bij voorkeur worden gebouwd in relatief vergrijsde wijken, omdat veel ouderen nu eenmaal graag in hun eigen buurt blijven wonen.

In het onderzoek - https://economie.rabobank.com/publicaties/2020/april/kwart-miljoen-ouderenwoningen-gevraagd/ - wordt gekeken naar een aantal vraagstukken: Hoeveel ouderenhuishoudens wonen nu daadwerkelijk in een ongeschikt huis? Hoe kijken ouderen aan tegen het aanpassen van de woonsituatie door (preventieve) woningaanpassingen of een verhuizing? Hoe groot is de behoefte aan voor ouderen geschikte huizen? En waar moeten die geschikte huizen dan staan? En wat doen ouderen als geschikt woningaanbod op de gewenste plek ontbreekt? Gekeken is naar alle ouderenhuishoudens in een zelfstandige woonruimte, ongeacht of ze in een koop- of een huurwoning wonen. Bij de (industriële) woningbouwproductie moet dan ook rekening worden gehouden met de wensen en eisen van de ouderenhuisvesting.

Kijk wat er tot op heden aan industriële woningbouwproductie mogelijk is op https://www.prefabbeurs.nl/nl/

Ga terug