"Particuliere wooncollectieven zijn ondergesneeuwd en dat is kwalijk"
Expert aan het woord: Pieter Huijbregts
De inmiddels gepensioneerde Pieter Huijbregts heeft zijn sporen op het gebied van volkshuisvesting meer dan verdiend. Hij was in 1978 medeoprichter van BouwhulpGroep, is initiatiefnemer en oud-voorzitter van Netwerk Conceptueel Bouwen en heeft talloze onderzoeken en publicaties op zijn naam. Toen hij een aantal jaar geleden constateerde dat er volop over woningnood gesproken werd -het fenomeen staat bij gemeenten hoog op het prioriteitenlijstje- maar er in praktijk maar weinig van de grond kwam, besloot hij zich in het onderwerp te mengen. Het zaadje voor Stichting De Derde Bouwstroom, een organisatie die wooncollectieven de nodige hulp wil bieden, was geplant.
“De aanleiding was een gesprek met een jonge dorpsgenote. Zij was -net als veel andere jonge mensen én senioren die vaak kleiner willen wonen in combinatie met zorgmogelijkheden - op zoek naar woonplek. We hebben een oproep op internet geplaatst en ontvingen binnen 24 uur 250 woningzoekenden die mee wilden praten.” Zo kreeg Pieter het balletje aan het rollen. De bijeenkomst leidde tot een verdere verkenning in samenwerking met gemeente Nuenen en oriëntatie binnen de provincie Brabant. Hier ging Pieter in gesprek met de Vereniging Kleine Kernen die revitalisatie op haar agenda heeft staan én met bureaus die zich focussen op wooncollectieven en deze graag verder helpen, maar pas in actie komen als de collectieven zich al gevormd hebben. “We zagen genoeg aanleiding om Stichting De Derde Bouwstroom op te richten en een kwartiermaker in de hand te nemen.”
De derde bouwstroom
Wanneer je het bouwen in Nederland plat slaat, worden er drie bouwstromingen zichtbaar: die van woningcorporaties, die van projectontwikkelaars en de in het buitenland al veel meer in praktijk gebrachte bouwstroom door particuliere collectieven. “Die derde bouwstroom is in Nederland ondergesneeuwd geraakt en dat is kwalijk, want als je kijkt naar de miljoen woningen die de minister er voor 2030 bij wil hebben, is ook deze stroom gewoon nodig.”
“Na de verzelfstandiging van woningcorporaties gebeurde er een aantal opvallende dingen. We zagen steeds vaker corporatiedirecteuren in dikke auto’s rijden en corporaties door wanbeleid failliet gaan. Als reactie hierop legde de overheid een flinke controledeken over het systeem. Deze inmiddels aangepaste, maar nog steeds aanwezige deken resulteert erin dat zo’n 10-15% van de huurinkomsten naar het draaien van de club gaat. De woningcorporatie is hiermee een duur instrument geworden. Voor de onderkant van de samenleving is het belangrijk dat woningcorporaties blijven bestaan. Voor mensen in de middeninkomens -denk aan starters, mensen in de primaire beroepen en senioren die al dan niet zorg nodig hebben- echter, is woningbouw zowel intellectueel als financieel prima zelf te regelen. En daar willen wij bij helpen.”
Over bouwstroom twee is Pieter helder: “Ontwikkelaars bouwen alleen als ze geld kunnen verdienen. Op dit moment -ik doel op de huidige wooncrisis- stromen er honderden miljoenen euro’s naar deze ondernemers zodat ze hun begroting sluitend krijgen en kunnen bouwen. Doodzonde wat mij betreft, want de derde bouwstroom kent geen winstbejag en kan dus meer woningen voor hetzelfde geld realiseren.”
Honderdduizenden woningen
De derde bouwstroom is in tegenstelling tot de eerste twee stromen een vraaggestuurde oplossing en heeft ook duidelijk een maatschappelijke functie. “Er zijn al volop wooncollectieven in zowel stedelijke als plattelandsgebieden die laten zien dat het kan en dat het werkt. Wist je dat tussen de twintig en dertig procent van de woningzoekenden iets voelt voor een dergelijke optie? Vertaald naar de miljoen woningen die de minister ambieert, hebben we het dus over twee- tot driehonderdduizend woningen. Het is onze ambitie om deze bouwstroom institutioneel aan te pakken. Daarom lobbyen we volop bij overheden en praten we dagelijks met bouwers. Dit zijn bij voorkeur conceptuele bouwers, want in deze opgave is traditioneel bouwen met haar doorlooptijd tot wel acht, negen jaar geen optie. Conceptuele bouwers zijn op hun beurt -mede door het perspectief- zeker geïnteresseerd.”
En… actie!
“Conceptbouwers richten zich in de praktijk vooralsnog op de vraag vanuit woningcorporaties, simpelweg omdat er nog geen -eventueel gebundelde- vraag vanuit de derde bouwstroom is gevormd. Daar komt echter binnen afzienbare tijd verandering in, want ee woonstandaard die het Netwerk Conceptueel Bouwen voor corporaties definieerde, krijgt een variant voor de derde bouwstroom. Hierin wordt de behoefte aan kleinere woningen en mogelijkheden tot zorg meegenomen. Dat proces is al volop gaande. Een mooi gegeven, want het wordt nu tijd om de verwachtingen waar te maken.”
De definitieve organisatie die woningzoekenden met interesse in de derde bouwstroom in het zadel helpt, wordt naar verwachting in de loop van 2024 gerealiseerd. We houden je op de hoogte!