Bel ons voor info 0294 - 74 50 70

Nieuws item

Magische grens in 2022: 10.000 industriële woningen


De industriële bouw in Nederland zette ook in 2022 verder door. Voor het eerst kwamen er meer dan 10.000 woningen uit de fabriek. De grootste absolute groeier was Daiwa die met een totale productie van 2.500 woningen maar liefst een op de vier woningen voor haar rekening nam.

Waar in de jaren 2018/2019/2020 het aandeel industriële bouw zo rond de 7% schommelde, zette de groei in 2021 door tot een marktaandeel van 10%. Afgelopen jaar groeide het marktaandeel van industriële bouw verder tot 14%.

Daiwa (voorheen Jan Snel) grootste aanbieder

In 2021 was Daiwa met 1.580 woningen al de grootste aanbieder van industrieel gebouwde woningen (22% van alle industriële woningen). In 2022 wist ze het marktaandeel verder te laten groeien naar 25%. Een bijzondere prestatie omdat het aantal spelers op de markt weer verder groeide. De grootste nieuwe binnenkomer was QYUUBS. Bouwde zij vorig jaar nog één woning, dit jaar realiseerde zij er 82. Ook Homes Factory wist honderd woningen te realiseren waar dat er vorig jaar nog 24 waren.

Minder woningen dan verwacht

Over het algemeen hadden de meeste aanbieders in 2022 verwacht meer woningen te realiseren dan in de praktijk daadwerkelijk lukte. Zo verwachtte De Meeuw Nezzt 750 woningen maar het werden er 460. Bij Fijn (Van Wijnen) werden 300 van de 800 gehoopte woningen opgeleverd. Finch wist 159 van de 450 verwachtte woningen te realiseren. Partijen als FLETTS, Lumey en MOOS konden ondanks ambitieuze doelstellingen in 2022 helemaal geen woningen opleveren.

De meest gehoorde reactie van de tegenvallende aantallen waren de vertragingen in de procedures. Stikstof en bezwaarprocedures zijn voorbeelden. Het voornemen van Minister de Jonge om de markt vlot te trekken, lijkt dan ook niet overbodig als we hogere aantallen willen halen. Want aan de productiecapaciteit ligt het over het algemeen niet.

Verplaatsbaar

Hoewel veruit het merendeel van de industriële woningen verplaatsbaar is, betekent dat niet dat ze ook alleen voor tijdelijke projecten worden ingezet. De scheidslijn tussen tijdelijk en permanent wordt jaar op jaar dunner en meer en meer traditionele partijen kijken naar tijdelijke bouw. Zo bouwde ook Trebbe 230 flexibele woningen. Aan de andere kant bouwen van oudsher tijdelijke bouwers ook vaker permanente woningen.

Marjet Rutten over de rol van prefab in de industrialisatie van woningbouw

“De industriële bouw in Nederland zet verder door. Dat wast te verwachten. Maar het betekent zeker niet dat we er nu zijn. Er zijn zowel kwantitatief als kwalitatief nog slagen te maken. De aangeboden concepten kunnen vaak nog beter. Slimmer en duurzamer. Meer geautomatiseerde processen. Daar gaan we de komende jaren slagen maken. Ik ben benieuwd wat we daarvan ook tijdens de volgende PREFAB gaan zien.”

Ga terug