Bel ons voor info 0294 - 74 50 70

Nieuws item

Eenduidige taal en meetbare milieuwinst: de sleutel tot circulair industrieel bouwen

In gesprek met Sander Woertman


Het Lente-akkoord Circulair Industrieel Bouwen streeft naar grootschalige toepassing van circulair industrieel bouwen. Het programma  - een initiatief van NEPROM, BNA, Aedes, Bouwend Nederland, IVBN en WoningbouwersNL – werkt samen met het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (voorheen Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) aan deze urgente transitie. Om dit proces te ondersteunen, zijn er werkgroepen opgericht met koplopers uit de sector -van corporaties tot ontwikkelaars en beleggers- die met inzichten uit de praktijk bijdragen aan de ontwikkeling van beleidsaanbevelingen en praktische richtlijnen.

Eenduidige definities zijn noodzakelijk voor samenwerking
Om duurzaam meer woningen te kunnen bouwen, moeten we naar een industrieel bouwproces. Daar hoort een nieuw begrippenkader bij, want op dit moment zorgen de uiteenlopende definities nog regelmatig voor verwarring. Om ervoor te zorgen dat iedereen aan tafel dezelfde taal spreekt, heeft het Lente-akkoord samen met het Netwerk Conceptueel Bouwen en hun achterbannen de belangrijkste begrippen voorzien van een heldere uitleg. “Ook tijdens PREFAB kwam het belang van eenduidige definities binnen industrieel en circulair bouwen naar voren,” vertelt Sander Woertman van het Lente-akkoord. “De interactieve sessie die we daar organiseerden in samenwerking met het Netwerk Conceptueel Bouwen, bood bezoekers de mogelijkheid om hun eigen ervaringen te delen en bij te dragen aan een gezamenlijk begrippenkader dat alle partijen – van ontwikkelaars tot beleggers en gemeenten – helpt om eenduidig over conceptueel en industrieel bouwen te communiceren. Ook tijdens deze sessie werd duidelijk dat de grote variatie in interpretaties van termen als conceptueel bouwen en industrieel bouwen een voedingsbodem voor misverstanden is, zowel binnen de bouwsector als in gesprekken met beleidsmakers.” Conceptueel bouwen, zo benadrukt Woertman, betekent immers niet automatisch dat een project industrieel tot stand komt: conceptuele bouwprojecten kunnen ook via traditionele methoden gerealiseerd worden. Als samenwerkende partijen hierover verschillende verwachtingen hebben, ontstaan er verderop in het proces problemen die vertragend en kostenverhogend kunnen werken. Reden genoeg om uniformiteit in de definities te creëren.

MPG en industrieel bouwen, hoe meet je milieuwinst?
Naast de definitiekwestie werkt het Lente-akkoord ook aan praktische methoden om de milieuvoordelen van industrieel bouwen zichtbaar te maken in de milieuprestatie van gebouwen (MPG). In een onlangs gepubliceerd whitepaper beschrijft een werkgroep van het Lente-akkoord samen met adviseurs hoe de milieuwinst van circulair industrieel bouwen beter meegenomen kan worden in de MPG-berekening. De huidige rekenmethodes laten namelijk onvoldoende ruimte om de voordelen van hergebruik en fabrieksmatige productie volledig door te rekenen. “Door de MPG-rekenmethodiek te optimaliseren, zetten we in op het wegnemen van belemmeringen voor bouwbedrijven die vooruit willen in duurzaam industrieel bouwen. Het whitepaper biedt praktische inzichten en aanbevelingen voor beleidsmakers en uitvoerders om de milieuvoordelen van industrieel bouwen  - denk hierbij aan minimalisering van foutmarges, afval en materiaalgebruik en een afname in het aantal transportbewegingen - tastbaar te maken en zo het proces naar een circulaire bouwsector te versnellen.”


Door optimalisatie van traditionele manieren van bouwen, is een MPG van 0,5 en met uiterste inspanningen van 0,4 haalbaar. Maar dan houdt het op. Om verder te gaan, is een ander proces nodig. Industrialisering opent naar verwachting mogelijkheden voor circulaire strategieën als losmaakbaarheid, aanpasbaarheid en legolisering. Dan kunnen we materiaalkringlopen werkelijk sluiten. Bron: lente-akkoord.nl.

De whitepaper geeft een aantal glasheldere aanbevelingen voor de verbetering van de MPG-berekening:

  • Zoek naar een reële waardering van de directe milieuvoordelen van fabrieksmatig, industrieel bouwen in fase A (productie en bouw). Het gaat hierbij om besparing op grondstoffen, bouwafval en transport. De defaultwaarde in de bepalingsmethode hierop aanpassen11.
  • Specifiek rekenen aan directe milieuvoordelen (zonder defaultwaarde) moet mogelijk zijn. De spelregels daarvoor moeten duidelijk zijn.
  • Maak specifieke productkaarten voor industrieel vervaardigde componenten en modules en neem deze op in de NMD.
  • Doe verder onderzoek naar de voorwaarden voor repareerbaarheid, vervangbaarheid en aanpasbaarheid en de relatie met levensduurverlenging. Het gaat hierbij om de milieu-impact in fase B (gebruiksfase).
  • Doe verder onderzoek naar de voorwaarden om de hergebruikspotentie van materialen en componenten te vergroten in fase C (sloop en verwerken) en D (buiten het systeem). De toekomst is echter ongewis. Jezelf rijk rekenen ligt op de loer.

In dialoog met de markt
Een belangrijke pijler van het Lente-akkoord is de voortdurende dialoog met de markt. Door nauw samen te werken met koplopende bedrijven, wordt duidelijk waar de sector tegenaan loopt en welke kansen en obstakels zij zien. Deze praktijkgerichte aanpak zorgt ervoor dat het Lente-akkoord niet alleen abstracte doelstellingen formuleert, maar concrete oplossingen biedt voor de uitdagingen rondom circulair industrieel bouwen. Vanuit deze samenwerking ontstaan publicaties en whitepapers die praktijkervaringen combineren met beleidsaanbevelingen, zodat de sector als geheel een stap dichter bij de gezamenlijke ambities komt.

Met deze initiatieven - van eenduidige definities tot aanpassingen in de MPG - zet het Lente-akkoord belangrijke stappen richting een toekomstbestendige bouwsector. Door structureel samen te werken met zowel beleidsmakers als uitvoerders uit de sector, zorgt het Lente-akkoord voor de juiste voorwaarden om industrieel en circulair bouwen tot de nieuwe standaard te maken.

Ga terug